Duizenden kleine zeepbellen en een
aantal die groter zijn. Stuk voor stuk gevuld met dromen die we
opbouwen. We vullen ze en vervullen ze, sommigen barsten en sommigen
stijgen tot ongekende hoogtes.
Dagelijks ontstaan er meer en meer.
Eigenlijk zou de wereld om ons heen kunnen bestaan uit duizenden
schitterende bellen in het zonlicht, meedeinend op het ritme van de
wind. Het is mooi hoe we kunnen verlangen naar een bepaald doel die
ons naar een richting begeleid tot we een droom waar kunnen maken.
Met mijn ogen gesloten tel ik de denkbeeldige bellen om mij heen. Ik
heb nog veel wensen en die hoop ik op een dag waar te kunnen maken.
Ik zie hoe anderen vele dromen laten varen. Dingen laten, om
eigenlijk niet legitieme redenen. Ik zie hoe mensen zichzelf
vergeten. Vergeten om zichzelf te zijn, vergeten om te genieten en
vergeten om dromen na te jagen en gehaast dingen in proberen te halen
wanneer het bijna te laat is. En dan... zelfs dan vergeten ze om te
genieten.
Een van mijn grootste dromen is zojuist
uiteen gespat en er glijdt een traan over mijn wang. Ik kijk naar
buiten en zie hoe de zon langzaam weer tevoorschijn komt. In
gedachten doop ik de bellenblaas weer in een busje met zeepsop tot er
zich een vlies voor het oog vormt. Voorzichtig haal ik hem uit het
sop en blaas er zachtjes tegenaan tot een bel ontstaat. Behoedzaam
blaas ik verder tot de bel groot genoeg is om aan de lucht
vrijgegeven te worden en mee te varen op de wind. Klaar om een nieuwe
droom vast te houden. Mijn droom leeft voort, opnieuw gevormd en op
een dag zal ik alsnog uitpaddelen in de golven op Hawaii en die ene
golf pakken die de mijne zal zijn...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten