Daar staat hij dan met duizenden anderen aan de start. Vandaag is de Dam to Damloop. Zijn maten van de bewuste avond, zijn allemaal afgehaakt. Ook hij twijfelde. Praktisch ongetraind. Toch zet hij door. Hij wil laten zien dat hij dit wel kan. Aan zijn voeten zit een paar gloednieuwe hardloopschoenen die hij van zijn maten heeft gekregen.
De eerste kilometers gaan goed. Door de IJ-tunnel en Amsterdam-Noord. Vanaf de 10e kilometer wordt het zwaar. Zijn hart gaat als een razende tekeer.
“Kom op, doorgaan”, blijft er door zijn hoofd heen gaan. Langzaam aan wordt hij licht in zijn hoofd en krijgt hij het koud ondanks dat het ruim 25 graden is. Het wordt alsmaar zwaarder. Ineens hoort hij een hoop bekend gejoel langs de kant. Daar staan zijn maten met een biertje in de hand. Onder luide aanmoediging wordt hij weer even iets helderder en vloeit er ineens weer wat energie door hem heen. Nog maar 1,1 kilometer te gaan.
Het schuim verschijnt langzaam langs zijn lippen. Zijn gezicht wordt bleker. Het zweet gutst langs zijn lijf.
De finish komt in zicht. Hij wil kostte wat kost die finish over. Het geluid om hem heen wordt dof.
Nog 300 meter. Ademhalen voelt hels. Benauwd...
Nog 200 meter. Zijn evenwichtsgevoel verdwijnt en de finish lijkt steeds meer te verhullen in de mist.
Nog 150 meter… De finish kwam voor hem te vroeg.